nl

Winkelmandje

Jouw winkelmandje is leeg!

Afwijkend uitstrijkje of pap uitslag? Geen stress. Cycle legt uit wanneer je wordt behandeld en wanneer niet.

7 min. lezen
Joanne Wienen

Approved by

Marc Snijders - Gynaecoloog (specialisatie oncologie)
Wanneer je een afwijkende uitslag van je baarmoederhals-uitstrijkje hebt, is het logisch dat je even schrikt. Toch is het zeker niet nodig om in paniek te raken. Cycle dook erin en legt graag aan je uit hoe het zit.

Het komt regelmatig voor dat een afwijkend uitstrijkje of een Pap uitslag loos alarm blijkt. En zelfs als er een voorstadium van baarmoederhalskanker wordt gevonden, is de kans op daadwerkelijke kanker klein. Juist omdat zo'n voorstadium goed en makkelijk te behandelen is.

Iedere vrouw tussen de dertig en zestig jaar krijgt er eens in de 5 jaar mee te maken: het bevolkingsonderzoek waarvoor je een uitstrijkje laat maken. Met een eenvoudige zelftest thuis of met een eendenbek en borsteltje bij de huisarts worden wat cellen van de baarmoedermond afgenomen. Dit monster (het uitstrijkje) wordt eerst getest op aanwezigheid van HPV (humane papillomavirus). Er zijn veel soorten HPV. De meeste soorten zijn niet gevaarlijk, maar een paar soorten kunnen (een voorstadium van) baarmoederhalskanker veroorzaken. De HPV-soorten 16 en 18 zijn het meest gevaarlijk. Wanneer deze hoog-risico HPV (hr-HPV) wordt gevonden, wordt jouw monster vervolgens getest op afwijkende cellen. Dus bij een positieve thuistest voor HPV, moet je vervolgens een uitstrijkje laten maken bij de huisarts. De uitslag daarvan wordt uitgedrukt in Pap 0 tot en met 5. Bij pap 0 is het niet mogelijk om een uitslag te geven omdat de test verkeerd is afgenomen.

Alle wat je moet weten over de betekenis van pap uitslagen

lees hier

Om dat laatste te voorkomen, kun je beter geen uitstrijkje laten maken:

  • Tijdens je menstruatie

  • Tijdens de zwangerschap

  • Tijdens het geven van borstvoeding

Pap 1 of pap 2: geen behandeling

Als je Pap 1 hebt, betekent dit dat je uitstrijkje goed is. De cellen zijn normaal en je mag over vijf jaar terugkomen voor een volgende screening. Heb je rond je 40e een goede uitslag gekregen zonder HPV, dan wordt de 5 jaar verlengd naar 10 jaar. Pap 2, pap 3a, pap 3b, pap 4 en pap 5 wijzen op een afwijking - een gedeelte van de cellen in de baarmoedermond is anders dan normaal. Hoe lager het getal, hoe kleiner de kans op een (weefsel)afwijking. Bij Pap 2 en HPV positief verwijst de huisarts je door naar de gynaecoloog voor een colposcopie (met een vergrootglas kijken naar en aankleuren van je baarmoedermond), maar behandeling is zelden nodig. Dit komt doordat er slechts hele lichte weefselafwijkingen zijn (cin 1), welke vanzelf worden opgeruimd door je afweersysteem. Meestal adviseert de gynaecoloog je in zo'n geval om na een jaar terug te komen voor een controle uitstrijkje.

Colposcopie

Vanaf  de eerste keer  HPV positief en Pap 2 of hoger wordt altijd een colposcopie uitgevoerd. De gynaecoloog brengt een eendenbek in en brengt een speciaal soort middeltje (sterk verdund azijnzuur 3%) aan op de baarmoedermond. Afwijkende cellen kleuren door dat middeltje wit met eventueel afwijkende bloedvaatjes, waardoor de gynaecoloog kan inschatten of het nodig is om een biopt te nemen: Dat is een klein 'hapje' weefsel uit de baarmoedermond. Als de arts niks geks ziet, mag je over een jaar terugkomen voor een controle uitstrijkje. In andere gevallen wordt er direct een biopt afgenomen na een plaatselijke verdoving. Het afgenomen weefsel wordt vervolgens verder onderzocht onder de microscoop. De uitkomst van dit onderzoek wordt de CIN-uitslag genoemd. CIN is een afkorting van Cervicale Intra-epitheliale Neoplasie.

Meer lezen over colposcopie? Hier is nog meer informatie te vinden.

Wat is een CIN-uitslag?

Onder de microscoop wordt gekeken naar het weefsel dat tijdens het biopt is weggenomen. Er wordt nu niet alleen gecheckt of de cellen afwijkend zijn, maar vooral ook hoe ze zich in jouw lichaam gedragen en tot elkaar verhouden. Het uitstrijkje is hier minder geschikt voor. Wanneer de cellen zich afwijkend gedragen, gebruikt men ook wel de term dysplasie. De CIN-uitslag is belangrijk voor het bepalen van verdere behandeling.

CIN 1: Lichte afwijking. Bijna altijd lost het lichaam dit vanzelf op door de afwijkende cellen op te ruimen. Meestal wordt er niet behandeld. De gynaecoloog laat je na een jaar opnieuw een uitstrijkje maken, vaak gewoon bij de huisarts.

CIN 2: Matige afwijking. Hierbij is soms behandeling nodig, maar ook deze afwijkende cellen kunnen nog vanzelf verdwijnen. In dit geval zijn er twee mogelijkheden. Of je wacht nog een half jaar af en laat dan opnieuw checken hoe het ervoor staat met een controle uitstrijkje of je wordt behandeld. Er wordt hierbij rekening gehouden met je leeftijd en of je een kinderwens hebt. De behandeling is namelijk in veel gevallen een zogenaamde lisexcisie en daar kleven kleine risico's aan, zoals een ietwat grotere kans op vroeggeboorte. Sommige vrouwen willen de afwijkende cellen ondanks dit risico het liefst weg hebben, anderen durven het nog even aan te kijken. Het een is zeker niet beter dan het ander.

CIN 3: Ernstige afwijking, echter niet kwaadaardig. In dit geval wordt een behandeling aangeraden omdat de kans klein is dat de afwijking vanzelf verdwijnt. Als je uitstrijkje Pap-uitslag 4 of Pap 5 heeft en de gynaecoloog tijdens de colposcopie al sterke tekenen van een CIN3-afwijking ziet, kan het nemen van een biopt worden overgeslagen en meteen worden besloten om over te gaan tot behandeling. Bij Pap 4 wordt in 90 procent van de gevallen een lisexcisie uitgevoerd.

Behandeling: Lisexcisie

Een lisexcisie betekent dat er een stukje weefsel van de baarmoederhals weg wordt genomen, afgeschild zeg maar. Hierin zitten de afwijkende cellen. Een lisexcisie is ingrijpender dan het nemen van een biopt en je wordt daarom altijd verdoofd door middel van een paar prikjes in de baarmoedermond. De gynaecoloog gebruikt voor het wegnemen van het weefsel een dunne metalen draad in de vorm van een lus. Deze 'lis' wordt elektrisch verhit en zo wordt het weefsel weggesneden. Dat klinkt pijnlijk, maar je voelt er eigenlijk - na de verdoving uiteraard - niets van. Wel kan het naar ruiken (denk aan een BBQ luchtje.......) en meestal is er wat rook te zien..... Dus als je hier niet op voorbereid bent, dan is dat echt niet zo fijn. Bespreek vooral vooraf goed met je gynaecoloog wat er precies gaat gebeuren zodat je tijdens de behandeling het gevoel hebt dat je in de fik wordt gezet (want dat is echt niet zo!). De ingreep vindt overigens plaats op de poliklinische behandelkamer en je mag na afloop direct weer naar huis.

Herstel na een lisexcisie behandeling

Er wordt aangeraden om het thuis een aantal dagen wat rustiger aan te doen. De lisexcisie heeft een wond aan de baarmoederhals gemaakt, waardoor je een tijdje last kan hebben van bloederige afscheiding. Gebruik om dit op te vangen geen tampons, maar maandverband. Ook wordt geadviseerd om zolang je bloed verliest niet te vrijen, zwemmen of in bad te gaan zodat er minder kans is op nabloeding en ontsteking van de wond.

Risico's bij een lisexcisie behandeling

Zoals bij elke behandeling zijn er ook risico's. Doordat de baarmoederhals een paar millimeter korter wordt gemaakt, kan soms de kans op vroeggeboorte iets toenemen. Dit gaat niet om grote percentages, maar als vrouwen jong zijn en een kinderwens hebben, is de gynaecoloog altijd terughoudend met de behandeling. Soms geeft het afnemen van een biopt ook al een soort ontstekingsreactie in het lichaam, waardoor je lijf vanzelf aan de slag gaat met het opruimen van de afwijkende cellen. In dat geval kan je uitstrijkje een half jaar later, als je weer op controle komt, wel weer goed zijn. Soms geeft de gynaecoloog advies, soms is de keuze aan de vrouw zelf. Aan beide opties (wel en niet behandelen) kleven risico's - de vraag is dan welke je zwaarder laat wegen. Je eigen wensen en gevoel hierbij is heel belangrijk!

Behandeling: Conisatie

Als je een erg afwijkende CIN-uitslag hebt, of de afwijkende cellen verder inwendig in de baarmoederhals liggen of de onrustige cellen steeds blijven terugkomen, kan de arts overgaan tot een conisatie. Dit lijkt een beetje op een lisexcisie, maar is uitgebreider en daardoor ook ingrijpender. Bij een conisatie snijdt de gynaecoloog met een mesje een kegelvormig stukje weefsel weg uit de baarmoedermond. Dit gebeurt meestal onder algehele narcose of met een ruggenprik. Om die reden moet de operatie op een nuchtere maag gebeuren. De behandeling vindt plaats op de operatiekamer en je mag waarschijnlijk gewoon dezelfde dag nog naar huis. Bedenk wel dat je niet zelf naar huis kan rijden. Het is daarom - en sowieso eigenlijk - fijn als er iemand met je mee gaat. 

Herstel na een conisatie behandeling

Het herstel verloopt min of meer hetzelfde als bij een lisexcisie. Aangeraden wordt om het een aantal dagen rustig aan te doen. Je kunt één tot meerdere weken last houden van bloedverlies. Gebruik om dit op te vangen geen tampons, maar maandverband, en ook nu geldt: zolang je bloed verliest even geen seks en niet zwemmen of in bad gaan.

Risico's bij een conisatie behandeling

De kans op vroeggeboorte neemt bij een conisatie toe. Om deze reden voert de arts deze behandeling natuurlijk alleen uit als het echt niet anders kan. Ook kan er littekenweefsel in het kanaal van de baarmoederhals ontstaan, waardoor menstruatiebloed niet goed meer weg kan vloeien. Dit kan ervoor zorgen dat je tijdens ongesteldheid minder bloedverlies en meer buikpijn dan normaal hebt.

En wat gebeurt er daarna?

Uiteraard bespreekt de arts alle uitslagen met jou zodra deze bekend zijn. Afhankelijk van de uitslag van de colposcopie en eventueel van het weefsel dat is afgenomen, wordt een uitstrijkje na 6 of 12 maanden herhaald. Als de uitslag van de uitstrijkjes tegen die tijd weer goed zijn, hoef je niet terug te komen bij de gynaecoloog en kun je de volgende uitstrijkjes gewoon weer via het bevolkingsonderzoek laten uitvoeren bij de huisarts.

Baarmoederhalskanker

Goed om te beseffen is dat een voorstadium van baarmoederhalskanker niet betekent dat je zonder behandeling ook daadwerkelijk altijd kanker zou krijgen. De meeste vrouwen bij wie een CIN3 wordt gevonden, krijgen waarschijnlijk nooit baarmoederhalskanker, ook niet als zij niet behandeld worden. Het percentage dat daadwerkelijk sterft aan baarmoederhalskanker is laag. Dankzij het regelmatig maken van uitstrijkjes ben je er (bijna) altijd op tijd bij. Daardoor sterven er per 100.000 vrouwen ongeveer drie vrouwen aan baarmoederhalskanker. Omgerekend is dat 0,003 procent. Tegelijkertijd is er ook een risico dat het wel ooit baarmoederhalskanker wordt. Om die reden wordt juist het bevolkingsonderzoek uitgevoerd.

Moet ik meedoen aan het bevolkingsonderzoek voor baarmoederhalskanker?

Nee, niets moet maar wij adviseren je dit wel te doen. Door er vroeg bij te zijn, kunnen eventuele afwijkingen goed worden behandeld waardoor de gevolgen minder ernstig kunnen zijn. Het begint altijd met een HPV-infectie. Als deze niet wordt opgeruimd, kunnen afwijkende cellen ontstaan en dat is een voorstadium van baarmoederhalskanker. Als hier niets aan gedaan wordt, kan het zich doorontwikkelen tot kanker. Dit proces staat hier nu in een paar regels uitgelegd, maar in de praktijk duurt het zo'n tien tot vijftien jaar voor een blijvende infectie daadwerkelijk kan uitgroeien tot kanker. Om die reden is een slechte uitslag van een uitstrijkje geen reden tot paniek. Wees er eerder vooral door gerustgesteld: Je wordt op tijd en goed gemonitord en waar nodig behandeld. Dus wat ons betreft haal je je schouders op voor die eendenbek en hup naar de huisarts!

'75% van de vrouwen tussen haar dertigste en zestigste te maken met een uitslag die wijst op afwijkende cellen'

Waarom vrouwen pas een uitstrijkje krijgen vanaf dertig jaar? Die vraag hoor je af en toe. En het klopt dat je ook voor die tijd al besmet kan zijn met het HPV-virus of te maken krijgt met afwijkende cellen, maar de kans is groot dat de drager het virus dan nog maar kort geleden heeft opgelopen. Jongeren hebben bovendien een sterker immuunsysteem, waardoor het lijf de cellen vaak vanzelf opruimt. Het zou zonde zijn om jonge vrouwen te behandelen (met risico's van dien) zonder dat dit daadwerkelijk nodig is. Al zijn er natuurlijk wel uitzonderingen.

Zie je nou op tegen het uitstrijkje laten maken bij de huisarts en is dat de reden voor jou om niet mee te doen? Weet dat je met de uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek ook een zelftest voor een uitstrijkje kan aanvragen. Dan doe je de test zelf in je eigen omgeving en stuur je het op naar het laboratorium. Fijn toch dat het ook zo kan!

Baarmoederhalskanker komt het meest voor bij vrouwen die niet meedoen aan het bevolkingsonderzoek en zich dus niet regelmatig en-/of op tijd laten controleren. We kunnen het maar gezegd hebben..... Oja, een uitstrijkje laten maken via het bevolkingsonderzoek is gratis! Eventueel vervolgonderzoek gaat wel via je zorgverzekering.

Inenten tegen HPV

Nog even over HPV. Dit virus is seksueel overdraagbaar en als je eenmaal seksueel actief bent, maakt vrijwel iedereen in zijn of haar leven een keer een HPV-infectie mee. Hier merk je zelf trouwens niks van. Het virus geeft verder geen klachten. Een inenting tegen het HPV-virus kan een slechte uitslag van een uitstrijkje voorkomen, al is het zeker geen garantie. Wil je hier meer over lezen? Lees dan hier verder.

 

meer weten over jouw lichaam en gezondheid? blijf op de hoogte en word lid van onze community.

Deel

related products

related products

we're in this together

Cycle is een community waar open minded wordt gepraat over alle aspecten van het vrouwelijk lichaam. Van menstruatie tot menopauze: we helpen je om jouw body & mind, cyclus en seksualiteit beter te leren kennen en begrijpen, samen met onze Cycle Experts.