DCIS, het voorstadium van borstkanker
Dit voorstadium van borstkanker noemen we Ductaal Carcinoom In Situ (DCIS). Dat betekent dat er cellen in de borst zitten die al wel de vorm hebben van kankercellen, maar nog niet uitzaaien. Al krijgen jaarlijks in Nederland ongeveer 2.500 vrouwen de diagnose DCIS, is deze nog niet bij iedereen bekend. (bron: www.cijfersoverkanker.nl).
Vrouwen met DCIS voelen zelden een knobbeltje in hun borst. De afwijking wordt meestal opgespoord via een mammografie, bijvoorbeeld bij het tweejaarlijks bevolkingsonderzoek naar borstkanker. De kalkspatjes - typisch voor de aandoening - zijn op de röntgenfoto’s goed te zien. Als bij een mammografie iets afwijkends wordt gevonden, wordt er meestal wat weefsel dat door een punctie wordt verkregen, door de patholoog onderzocht. DCIS komt meestal op één plaats in de borst voor, maar het kan ook een groter gebied bestrijken.
Maar wat is nou precies het verschil tussen DCIS en borstkanker? Bij DCIS blijven de onrustige cellen in de meeste gevallen in de melkgangen zitten, waar ze weinig kwaad kunnen. Daardoor is er minder mogelijkheid tot uitzaaiing, wat wil zeggen dat cellen zich niet via bloedvaten en/of lymfeklieren door het lichaam kunnen verspreiden. Wel kan binnen een DCIS gebied een zogenaamde invasieve haard (dus borstkanker) ontstaan. Zo’n invasieve haard kan wél uitzaaien. Het omgekeerde komt ook voor: DCIS dat ontstaat rondom een tumor.
Heftig traject dat vaak niet nodig is
Slechts bij een kwart van de vrouwen groeit DCIS uit tot borstkanker, maar uit wetenschappelijk onderzoek is nog niet gebleken bij welke vrouwen dat gebeurt. Daarom worden alle vrouwen met deze aandoening behandeld alsof ze al kanker hebben. Dat betekent een heftig traject, want meestal wordt de plek operatief verwijderd. In de meeste gevallen met een borstsparende operatie, maar als de plek erg uitgebreid is, is soms een borstamputatie en aansluitend bestraling nodig. Er zijn onderzoeken bezig die daarin verandering moeten brengen. Wanneer voorspeld kan worden bij wie DCIS uitgroeit tot borstkanker, zal dat vrouwen veel zware behandelingen besparen.
Dat onderzoek heeft een Nederlands tintje in de vorm van Lindy Visser. Zij vond tijdens haar promotieonderzoek aan het Nederlands Kanker Instituut (NKI) twee eiwitten in DCIS-weefsel van vrouwen, die de kans op borstkanker verhogen. Het is nog te vroeg om op basis van deze HER2- en COX2-eiwitten een keuze te maken over wel of niet behandelen, maar de ontdekking is een grote stap in de goede richting.
Wil je meer lezen? Lees hier het ervaringsverhaal van Patricia over haar diagnose.
